Met mijn helm op zit ik in de voortent van een jaren 80 Combi-Camp, pal voor een elektrisch kacheltje van de Lidl. Door de plotselinge regen heb ik mijn warming-up vroegtijdig afgebroken en om te voorkomen dat ik het weer koud krijg, probeer ik mijn tijd voor het kacheltje maximaal te rekken. Terwijl de minuten tot de start langzaam wegtikken, klettert de regen steeds harder op het katoenen dak van de voortent. Zoals het spreekwoord luidt komt er na regen zonneschijn, maar tot nu toe blijkt er na regen vooral nog veel meer regen te komen. Stiekem kijk ik al uit naar de etappe van morgen, die waarschijnlijk in het zonnetje start en mij als marathon rijder een stuk beter ligt.
Proloog 18km/650hm
Tien seconden voor de start: maximale focus.
Precies op tijd verschijn ik op het startpodium voor mijn debuut als elite renner in een UCI meerdaagse. En niet zomaar een, de Belgium Mountainbike Challenge behoort – met een UCI S1 classificatie – tot de zwaarste in zijn soort. Na een aantal intensieve trainingsjaren – met de hoop ooit nog een volwaardig elite coureur te kunnen worden – ga ik er deze dagen achterkomen of ik al een plekje in dit sterke veld verdien. Over mogelijke resultaten heb ik niet echt nagedacht. Er staan 70 elite renners op de startlijst waarvan ik er een hoop niet ken. Ik zou er voor tekenen om ergens in de middenmoot te mogen eindigen, wat bij deze dan ook mijn doel is voor de komende vier dagen.
Geklungel
De startklim van deze proloog gaat over de geasfalteerde col d’Haussire, die mij vanuit het centrum van La Roche regelrecht naar het kerkhof brengt. Met benen als deze een toepasselijke plek want veel leven zit er nog niet in. Vanaf het kerkhof duiken we de modderige bossen in waar het spekglad is. Onderaan de eerste afdaling ligt een scherp bochtje naar rechts gevolgd door een steil klimmetje (500 meter a 20%). Ondanks dat ik hiervan op de hoogte ben, lukt het me niet om fatsoenlijk omhoog te fietsen en moet ik (een stukje) te voet afleggen.
Afgezien van het succesvolle fotomomentje is mijn proloog tot dusver nog geen succes. Het geklungel heeft mij onnodig tijdverlies gekost en al snel word ik ingehaald door Stan Godrie. Hij is een minuut na mij gestart en weet mij in de eerste 3 kilometer al in te halen. Ondanks dat hij beslist geen pannenkoek is voelt het niet fijn om al zo vroeg gepakt te worden. Gelukkig kan ik bij hem aansluiten en rijden we een stukje samen om beide ons voordeel mee te doen.
Eigen tempo
Even later valt er een gaatje in een lastige modderafdaling. Omdat ik nog even moet wennen aan de drassige ondergrond – en het risico op een valpartij wil beperken – laat ik hem gaan. Ik houd mijn eigen tempo tot het einde vast en kom als 47e over de meet met een tijd van 00:51:20. Ik geef 9 minuten toe op winnaar Matthieu van der Poel en een kleine 2 minuten op Juul, een van mijn belangrijke ijkpunten dit seizoen. Voor een proloog die niet helemaal vlekkeloos verliep ben ik tevreden over het resultaat. Bovendien is zo’n korte explosieve race niet eens mijn specialiteit, wat goede hoop geeft voor de komende dagen.
Etappe 1 82km/2400hm
Zoals voorspeld schijnt het zonnetje bij de start van de eerste marathon etappe. Ik heb de genadeloze startklim goed verteert en zie mannen als Wim de Bruin en Stan Godrie wanneer ik om mij heen kijk. Alles lijkt voorspoedig te verlopen tot dat ik na 30 kilometer samen met mijn voorganger op een erg rustig bospaadje beland. Enkele minuten later naderen we de 2e bevoorradingspost in tegengestelde richting en weten we zeker dat we fout zitten. Met een verbaasde blik noteert een UCI commissaris onze nummers, en om nog meer verbaasde blikken te voorkomen maken we snel omkeer. Zodra we weer op route liggen wil ik mijn verloren tijd ( een kleine 5 minuten ) goedmaken. Maar door een iets te enthousiast geopende inhaalrace blaas ik mezelf op. Wanneer ik snak naar een waterbidon van top soigneur Mart Classens, krijg ik een bidonnetje melkzuur van de man met de hamer. Als alternatief werk ik een flinke voorraad Wcup gels naar binnen en weet ik alsnog te herstellen. Hierdoor kan ik in het laatste gedeelte van de wedstrijd tijd goed maken en kom ik als 39e over de meet met een tijd van 04:22:26. Dit is randje middenmoot, maar ik neem er genoegen mee.
In de eerste 30 kilometer, samen met Wim de Bruin door een verfrissend riviertje.
Etappe 2 82km/2350hm
Met een paraplu in de hand fiets ik richting het startvak. Het zullen de laatste droge meters zijn die ik afleg vandaag. Sinds middernacht regent het pijpenstelen en de voorspelling is dat de hemelsluizen voorlopig nog geopend blijven. Uit recente ervaringen heb ik geleerd de kou niet te onderschatten op een dag zoals deze. Ik heb mijn regenjack aan, een cxp wintershirt eronder, en zelfs nog een paar dikke winterhandschoenen om het gevoel in mijn vingertoppen zo lang mogelijk te behouden. Als laatste frommel ik een koerspetje onder mijn helm met het idee er nog een beetje gesoigneerd uit te zien.
Nog een laatste rustmomentje voordat de hel losbreekt.
Ongesoigneerde regenjas
Het plan voor vandaag is simpel: de veldslag overleven en zoveel mogelijk reserves overhouden. Na een behouden start weet ik op de tweede beklimming aansluiting te vinden bij Juul, die voor de eerste twee uur van deze koers dezelfde tactiek heeft. In het wiel van Juul zit ik de eerste 30 kilometer erg comfortabel. Hij rijdt een constant wattage wat mij erg goed bevalt. Wanneer er een groepje van achter bij ons aansluit wordt het tempo wat wisselvalliger. Bergop wordt er bij vlagen meer gas geven waardoor ik moeite heb om in het wiel te blijven. Terwijl Juul stevig – maar met nog steeds hetzelfde wattage – op kop rijdt zit ik steeds verder van achter en valt de groep uiteen. (Hoe dat kan is voor mij ook nog een raadsel) Vlak voor de tweede bevoorrading staat Ken van den Bulke (leider Bemc Open 40+) bibberend langs de kant om een extra ondershirtje aan te trekken. Het is een van de eerste momenten waarop ik besef erg blij te zijn met mijn ongesoigneerde regenjas en wintershirt, want koud heb ik het nog niet gehad vandaag.
Ondanks de extreme omstandigheden ondervind ik technisch gezien weinig problemen. Vooral in de afdalingen heb ik veel meer controle dan voorheen wat te danken is aan een bredere banden keuze. Voorgaande jaren reed ik hier altijd met 2.1 Fast Track Gripton banden, maar dit jaar heb ik gekozen voor de bredere 2.3 variant. Ik merk dat ik meer grip in de bochten heb, en ook in de afdalingen zit ik veel comfortabeler.
Met van den Bulke
Ondertussen is de Belgische hardrijder van den Bulke weer bij mij aangesloten en – zo vriendelijk als hij is – mag ik nog een hele tijd in zijn wiel zitten. Een goede 1,5 uur later op het onbegaanbare klimmetje naar Ollemont ( 24% + ), blijkt van den Bulke ook de betere loper van ons twee te zijn. Boven op het plateau kom ik alleen in de wind te zitten en verdwijnt Ken langzaam maar zeker uit het zicht. Niet veel later beland ik op het altijd lastige stuk langs de rivier de Ourthe, waar ik voor het eerst wat tekenen van onkunde laat zien. Echt in de stress schiet ik niet, tot nu toe verloopt het tegen de verwachtingen in nog erg soepel.
Aan het elastiek bij van den Bulke.
De laatste kilometers weet ik – met uitzondering van de muur van Borzee – goed te overbruggen en finish verrassend als 30e elite, wat mij een 34ste plek in het algemeen klassement oplevert. En voor wie het nog niet wist; onder de eerste 34 plekken worden UCI punten verdeelt die meetellen voor de wereldranglijst. Wat een droom debuut zou dat zijn.
Hoe je eruit ziet na een episch ritje van pak m beet 80 kilometer door de Ardennen.
Etappe 3 62km/2200hm
Vandaag word er uiteraard gestreden voor het behoud van de 34e plek in het algemeen klassement. Ik weet wie mijn concurrenten zijn, maar weet ook dat er veel kan gebeuren op deze laatste dag. Ik besluit om me er niet te veel mee bezig te houden en vooral mijn eigen wedstrijd te rijden. Mocht ik in de finale een concurrent tegenkomen dan weet ik wat me te doen staat.
Op de eerste beklimming merk ik dat het een zware dag gaat worden. De benen draaien moeizaam en ik moet lossen bij mannen die ik op een goede dag wel kan volgen. Ik besluit een paar tandjes terug te schakelen en voorlopig op de meest energiezuinige manier verder te rijden. Ondertussen probeer ik zo veel mogelijk te eten in de hoop nog een goede finale te kunnen rijden.
Nog even uit het zadel voor de foto.
In tegenstelling tot het klimmen gaat het afdalen een stuk beter. Daar wordt ik nogmaals aan herinnerd wanneer ik op de technische stukken vaak merk de betere daler van het groepje te zijn. Halfweg koers wordt ik opgepikt door Marcel Lommers die zijn koerstempo heeft opgepakt. Dit is het ideale moment om mee te springen en te kijken wat er nog in zit. Al snel maken we opmars naar voren en pakken we een groepje renners uit de “Open” Categorie terug. De lange beklimming naar bevoorradingspunt 3 hakt er in wanneer Lommers flink doortrekt en ik maar net in zijn wiel kan blijven. Later zie ik op Strava dat we hier maar 50 seconden toegeven op mannen uit de kop van de wedstrijd, en dat is niet mis op een klim van 10 minuten. Dat ik hier hard moest werken wordt duidelijk wanneer ik Lommers op de volgende klim moet laten gaan. Desondanks weet ik het verval beperkt te houden en finish – na nogmaals de muur van Borzee te hebben beklommen – maar drie minuten achter hem op de 39e plek.
Op volle snelheid achter Lommers aan.
Nu is de de grote vraag: was het genoeg? Heb ik mijn 34e plek in het eindklassement behouden en sprokkel in ik mijn eerste race als elite coureur meteen al UCI punten voor de wereldranglijst? Helaas is het niet. Veldrijder Thomas Verheyen was ook op jacht naar UCI punten en reed vandaag 12 minuten sneller dan ik. Hierdoor wist hij op de valreep als 34e te eindigen en daarmee zet hij mij op de 35e plek. Een plek verwijdert van de punten..een plek verwijdert van mijn debuut op de wereldranglijst.